De vierde week - steunbewijs en cables

Tijdens week vier van het proces tegen Bradley Manning ging het opnieuw over de toelaatbaarheid van bewijsstukken. Ook werden weer een aantal getuigenverklaringen gedeponeerd en kwamen de cables, de diplomatieke telegrammen die via WikiLeaks zijn gepubliceerd aan de orde.
De verdediging begon met het verzoek aan de rechtbank om kennis te nemen van een brief van vice-admiraal Donogan aan de staatssekretaris voor de landmacht. De vice-admiraal stelde hierin dat de Collateral Murder video van de aanval op burgers door een Apache-helikopter geen inzicht bood in "taktieken, technieken en procedures", zogenaamde TTP's. Een eerdere getuige, een Apache-piloot, had juist het tegendeel verklaard. Dit is van belang omdat de video niet geclassificeeerd is, maar als er TTF's in zijn te zien, desondanks toch als geheim kan worden bestempeld. Na verwoede pogingen van de aanklagers om de brief van Donogan als niet relevante mening ter zijde te schuiven, besloot de rechter er toch kennis van te nemen.
De aanklagers haalden uit zichzelf bakzeil waar het ging om de toelaatbaarheid van een transcript van de gesprekken van de bemanning, het inzageverzoek van Reuters (hun personeel was gedood) om de video vrij te geven en de verdere afhandeling van dit verzoek. Al deze dingen zijn toegevoegd aan het dossier.
Bij twee tweets van WikiLeaks kregen de advokaten echter ongelijk. Het gaat om een tweet waarbij WikiLeaks aanhangers verzoekt om komputerkapaciteit om een andere video te ontsleutelen en een tweede met een oproep om militaire email-adressen te leveren. Tot nu toe hebben de aanklagers niet kunnen bewijzen dat deze berichten door Bradley ook werkelijk zijn gelezen. Maar omdat ze destijds overal cirkuleerden en Bradley tegelijkertijd aktief op zoek was naar nieuws over WikiLeaks, zouden ze als steunbewijs kunnen dienen. De rechter besloot er kennis van te nemen, hoewel het de militaire justitie niet was gelukt de originele tweets nog te achterhalen. Twitter had namelijk inmiddels het format van de site gewijzigd. Ze moesten ze uiteindelijk met Google-cache gaan zoeken.

Ook de cables stonden deze week op de agenda van de rechtbank. Officieel heten ze de Net-Centric Diplomacy database. Na 11 september was deze speciaal in het leven geroepen om personeel van defensie inzicht te geven in het materiaal van het State Department (het ministerie van buitenlandse zaken) via het geheime netwerk SIPRNet. De oorspronkelijke naam van het programma was Horizontal Fusion. Een functionaris getuigde dat alleen al bij State meer dan 20.000 mensen de telegrammen in konden zien. Ze bevatten geen topgeheimen en wel namen, maar geen andere persoonlijke identificeerbare gegevens zoals credit card nummers.
Een IT-funktionaris van State verklaarde dat er geen bewijs was dat Bradley een tool gebruikte om de firewall van het systeem te omlopen. Dit is van belang om vast te stellen of hij gebruikmaakte van geautoriseerde toegang tot de cables (waar alles op wijst). De beschuldiging van computerfraude valt dan lastiger te bewijzen, de databank is niet gehackt.
Bradley wordt slechts beschuldigd een beperkt aantal telegrammen, 96 geclassificeerd  als confidentieel en 21 als geheim, te hebben gekompromitteerd. Over de telegrammen is deze week ook in besloten zitting door getuigen gesproken. De pers kreeg een lijst van de telegrammen te zien, maar mocht die niet kopiëren. Inmiddels is de lijst toch op internet, zie de link hier. Het is de journalisten opgevallen dat de cables waarvoor een aanklacht is ingediend juist niet degenen zijn die bij publikatie het meest geruchtmakend waren. Men denkt dat het ministerie (dat invloed heeft gehad op de selektie) hiermee verder negatieve publiciteit heeft willen voorkomen.

Verslag op basis van de berichten van Nathan Fuller van Bradley Manning Support Network, Kevin Gosztola van Firedoglake en Freebradleymanning.net (Duits)