De derde week van het proces - toelaatbaarheid van bewijsstukken

Week drie van het proces tegen Bradley Manning was een korte. Maar twee zittingsdagen waarvan de laatste slechts anderhalf uur duurde. Het proces is nu verdaagd tot 25 juni voor onderling overleg tussen de procespartijen over 17 te deponeren verklaringen van getuigen, die dan zonder verder verhoor worden meegenomen in het proces.
De belangstelling van de pers was weer iets toegenomen met Associated Press, New York Times, Reuters en Russia Today die acte de presence gaven.
Het ging deze week vooral over de toelaatbaarheid van een aantal door justitie ingebrachte schriftelijke bewijsstukken, die deels al eerder aan de orde waren geweest. De verdediging had inzake deze stukken protest aangetekend. Zo kwam een elektronische adressenlijst van Central Command (de Global Address List) aan de orde, waarvan Bradley overigens ontkend heeft deze onthuld te hebben. De militaire justitie vindt deze lijst interessant, omdat ze denken dat Bradley hem gedownload heeft en omdat WikiLeaks in een tweet gevraagd had om een lijst adressen met .mil als achtervoegsel. In hun ogen zou Bradley dan voldaan hebben aan een verzoek van Julius Assange en daarmee onder diens leiding hebben gestaan in plaats van een journalistieke bron te zijn. Maar de .mil lijst is een andere, veel langere lijst en bovendien verklaarde een getuige dat een soldaat op zich wel een lijst e-mailadressen van bijvoorbeeld zijn eigen brigade zou mogen downloaden. Ook kan justitie niet bewijzen dat Bradley de tweet van WikiLeaks ooit heeft gezien.
Bij deze en andere kwesties, zoals over de 'Most Wanted' lijst van WikiLeaks gaat het ook om de vraag of tweets en webpagina's als bewijsstuk mogen gelden. Als bewijzen via de 'Wayback Machine' of Google Cache worden verkregen, zoals de militaire justitie doet, is het de vraag of ze authentiek genoeg zijn. De rechter heeft tot nu toe geen oordeel hierover uitgesproken.
Ook de verdediging wil bewijsstukken deponeren, zoals het verzoek van persbureau Reuters op grond van de Freedom of Information Act (FOIA, de Amerikaanse WOB) om de Collateral Murder video te mogen inzien, een evaluatie door Central Command van deze video en door WikiLeaks gepubliceerde berichten over 9/11. De advokaten proberen een ander beeld van WikiLeaks op te bouwen, als een journalistieke organisatie in plaats van een doorgeefluik voor staatsgeheimen.
Tot nu toe zijn  meer dan 50 van de rond 140 getuigen a charge gehoord.

Verslag op basis van Kevin Gosztola bij Firedoglake en Medina Roshan van Reuters

De tweede week van het proces Manning - aandacht afgeleid

tekening: Clark Stoeckley


In de tweede week had het proces tegen Bradley Manning te lijden onder de media-explosie rond de onthullingen van een andere klokkenluider, Edward Snowden. Dit ging over de verzamelwoede van de National Security Agency voor telefoon- en internetgegevens. Kranten als de Guardian en de New York Times verlegden hun aandacht.
De rechter in het proces Manning bepaalde dat de vrijheid van meningsuiting in de VS inhoudt dat justitie een regeling moet treffen met de stenografen van de Freedom of the Press Foundation om verslag te doen van het proces. Er verschijnen nu van elke zitting woordelijke verslagen bij FPF.
Op maandag 10 juni werd onder meer CID Special Agent Mark Mander gehoord, een rechercheur van het Amerikaanse leger. Mander had de historische site Archive.org gebruikt om een lijst 'Most Wanted Links' van WikiLeaks (WL) uit 2009 terug te vinden en Google Cache geraadpleegd om tweets van WL uit dat jaar te lezen. Al dit materiaal zou in die tijd door Bradley zijn geraadpleegd. Het bleek echter in kruisverhoor dat de rechercheur geen eigen kennis had over hoe Archive.org en Google Cache werken en eventueel kunnen worden gemanipuleerd. De verdediging kwam met een eigen versie van het 'Most Wanted' document waar echter een inleiding bijzat, die stelde dat het ging om een lijst documenten die werden gezocht door journalisten, advocaten, de politie en onderzoekers van mensenrechtenorganisaties. De rechter besloot beide versies van het document toe te laten als bewijsmateriaal.
Een andere getuige was Sheila Glenn van de afdeling cyber contra-inlichtingen. Zij vertelde over haar rol in de productie van het rapport "Wikileaks.org - An online Reference to Foreign Inelligence Services, Insurgents, or Terrorist Groups?" (2008). Dit rapport was door Bradley onthuld aan WL. Het rapport stelt dat moet worden aangenomen dat buitenlandse tegenstanders van de VS de site van WL zullen bezoeken om kennis te verkrijgen over Amerikaanse militaire documenten. In kruisverhoor moest Glenn toegeven dat dit een aanname was en contra-inlichtingen geen bewijs had dat opstandelingen en andere vijanden de site bezochten. Wel las ze een verklaring voor, waarin stond dat het prijsgeven van dit rapport betekende dat "inzicht werd verkregen in een succesvolle asymmetrische oorlogstaktiek, -techniek en beschermende operatie tegen de strijdkrachten van de VS en de coalitie."

Derde dag - Manning had onbeperkt toegang tot SIPRNet

Vandaag werden enkele direkte superieuren van Bradley verhoord. Het bleek dat het inlichtingenpersoneel van Mannings onderdeel in de SCIF (de Sensitive Compartmented Information Facility) zonder enige beperking toegang had tot geheime databases, de informatie kon downloaden op  CD's en muziek, films en games af kon spelen op hun beveiligde komputers. De rechter vroeg aan de getuige: "Als een inlichtingenanalist geen zin had om een film te kijken en geïnteresseerd was in politiek en wilde zoeken in SIPRNet, mocht dat dan?" Het was geen probleem.
Het draaide in deze zitting dus om de werkomgeving van Manning. Advokaat Coombs verkreeg antwoorden van de inlichtingenofficieren die duidelijk maakten, dat de veiligheidsnormen bij het onderdeel laks werden gehanteerd, hoewel ze in oorlogsgebied in de buurt van Bagdad zaten.
In kruisverhoor verklaarde de direkte chef van Manning dat analisten onbeperkt toegang hadden tot SIPRNet, het geheime militaire netwerk. Bradley had opdracht gekregen om een trendanalyse te maken van de incidentrapportages uit Irak (de zogenaamde Iraq war logs). Hij mocht de komplete database downloaden en organiseren als een spreadsheet. Op geen enkel moment had hij opdracht gekregen de database weer van zijn komputer te verwijderen. Dit is in strijd met de stelling van de aanklagers dat Bradley zich eigenmachtig (unauthorized) toegang had verschaft tot de gegevens.
Ook de geheimhoudingsverklaring die Bradley in 2008 had getekend ("Ik ben me ervan bewust dat openbaarmaking zonder toestemming schadelijk kan zijn voor de Verenigde Staten") werd voorgelezen.
Interessant is nog dat uit de getuigenverklaringen naar voren kwam dat Bradley toegang had tot een lijst van high value targets, een hitlist van vijanden van de VS, die moesten worden uitgeschakeld. Die lijst is niet doorgegeven aan WikiLeaks.
[Verslag op basis van Ed Pilkington in The Guardian en Kevin Gosztola bij Firedoglake]

Tweede dag - Verhoor van Adrian Lamo

Op de tweede dag van het proces Manning vond het verhoor plaats van Adrian Lamo. Lamo is een voormalige computerhacker. In 2004 gaf hij toe schuldig te zijn aan computerinbraak bij de New York Times, Microsoft en Lexus Nexus. Lamo vertelde de rechtbank dat hij gediagnosticeerd was voor diverse psychische kwalen en in sommige periodes last had gehad van medicijnverslaving.
Lamo's verhaal is dat Bradley Manning in mei 2010 onder het pseudoniem bradass87 kontakt met hem had opgenomen via e-mail en Facebook. Het kontakt was voortgezet via chats op AOL Instant Messenger. De twee hadden gedachten uitgewisseld over persoonlijke problemen (Manning had hevige twijfels over zijn gender), maar ook uitgebreid gechat over Mannings aktiviteiten rond het downloaden van bestanden van het militaire netwerk waar hij toegang toe had (SIPRNet) en zijn kontakten met Wikileaks. Lamo had enige achtergrondchecks uitgevoerd om te bepalen met wie hij aan het praten was en was vervolgens vrij snel via een tussenpersoon naar de militaire afdeling kontra-inlichtingen (Army CID) gestapt om zijn verhaal te doen en de schijf met chatlogs te overhandigen. Dit leidde rechtstreeks tot de arrestatie van Manning. Tijdens een verhoor in de voorfase van het proces had Special Agent Antonio Edwards van de Computer Crimes Investigative Unit (CCIU) van de CID al verklaard dat Lamo vervolgens als informant van de unit was gaan werken tegen onkostenvergoeding. Dat had geduurd tot augustus of september 2011.
Op de zitting gebruikte de advokaat van Manning het kruisverhoor van Lamo om de motivatie van Manning voor zijn optreden te verduidelijken. Eerder in het proces had de rechter bepaald dat de verdediging niet mocht ingaan op de motieven van Manning voorafgaand aan de fase van strafoplegging. Dan kunnen ze eventueel worden aangevoerd als verzachtende omstandigheid. Maar nu kon advokaat Coombs ze langs een omweg toch ter sprake brengen door Lamo te vragen wat Manning aan hem had verteld.
Zo vroeg Coombs: "Hij vertelde u dat hij het soort mens was dat altijd op zoek was naar de waarheid?" Lamo bevestigde dit en voegde er aan toe: "Dat was iets dat ik wel kon waarderen." Lamo bevestigde ook dat Manning zichzelf een humanist had genoemd en verteld had dat hij op zijn militair herkenningsplaatje "humanist" had geschreven (op zo'n plaatje staat de godsdienst van de soldaat vermeld).
Ten slotte vroeg Coombs aan Lamo of Manning tijdens de zes dagen durende chats iets had gezegd in de zin dat hij de VS wilde schaden of de vijand helpen. "Niet met zoveel woorden, nee," zei Lamo.
[Verslag op basis van The Guardian, Ed Pilkington; oude verhoren van Lamo bij Firedoglake]

Na drie jaar begin van proces Manning

In Fort Meade is vandaag het proces begonnen tegen Bradley Manning. Buiten was een grote menigte verzameld om te protesteren tegen wat ze aanduidden als een showproces. De zitting begon met een aantal procedurele vragen aan de verdachte. De militaire kolonel-rechter vroeg Bradley onder meer of hij berecht wilde worden door een alleen-zittende rechter of een militaire jury (hij koos voor de rechter). Ook vroeg ze of Bradley tevreden was over zijn verdedigers, waarop hij bevestigend antwoordde.
Vervolgens trok de militaire aanklager, kapitein Joe Morrow van leer met een openingsverklaring van een uur. Volgens hem had de verdachte zich laten leiden door een verlangen om bekend te worden (eigenbelang dus), had daarbij de waarschuwingen van zijn intensieve opleiding genegeerd en "hulp gezocht bij onze tegenstanders".
Er waren een aantal nieuwe beweringen van de aanklager over de banden tussen Manning en Julian Assange, de oprichter van Wikileaks. Morrow stelde onder meer dat Bradley rechtstreeks had geholpen bij het redigeren van de bekende video met een aanval door een Apache helikopter op burgers in Bagdad. Het hof kreeg een uittreksel te zien van een chatlog tussen de soldaat en Assange. Overigens was Bradley op dat moment niet op de hoogte van diens identiteit, hij dacht alleen achteraf dat hij met Assange had gechat.
De opzet van de aanklager was om aan de hand van een slide-show aannemelijk te maken dat Bradley opdrachten van Wikileaks volgde bij het beschikbaar stellen van materiaal.
De aanklager gaf ook een overzicht van de getuigen die hij wil gaan horen en waarover ze zullen verklaren en de dokumenten die hij als bewijs wil aanvoeren.
De verdediger van Bradley, David Coombs, schilderde natuurlijk een kompleet ander beeld van de verdachte. Coombs vertelde hoe Manning met zijn inzet was gaan worstelen nadat hij onderzoek had gedaan naar een bermbom, die was gericht op een Amerikaans konvooi, maar waarbij een Iraaks gezin dat was gestopt om het konvooi te laten passeren was getroffen. Vanaf dat moment ging hij informatie uitzoeken waarvan hij vond dat het publiek er recht op had om kennis van te nemen. Hij selekteerde op materiaal waarvan hij overtuigd was dat het de VS niet zou schaden. Manning liet zich niet leiden door Wikileaks, aldus Coombs.
[Dit verslag op basis van het bericht van Ed Pilkington van de Guardian en Kevin Gosztola van Firedoglake, beide aanwezig  in Fort Meade]