Hoorzitting Manning eindigt zonder duidelijk bewijs voor schade

Na zeven dagen hoorzitting en een dossier van 300.000 bladzijden is nog onduidelijk in hoeverre het lekken van honderdduizenden telegrammen en veldberichten en minstens één video rechtstreekse schade heeft toegebracht aan de nationale veiligheid van de VS. Experts maken verschil tussen het illegaal downloaden en verder verspreiden van geheime documenten (een vast te stellen feit) en het ondermijnen van de nationale veiligheid (een kwestie van beoordeling). Bij de nu afgelopen hoorzitting volgens Artikel 32 hoeven de aanklagers alleen een 'redelijk vermoeden' aan te tonen dat Manning een misdrijf heeft begaan. Maar bij de krijgsraad moet een zaak worden bewezen 'zonder ruimte voor redelijke twijfel' (beyond a reasonable doubt) om te kunnen leiden tot een veroordeling. Tijdens de slotpleidooien van de hoorzitting presenteerde de staat geen bewijzen voor dodelijke slachtoffers, gewonden of schade toegebracht aan de Verenigde Staten als gevolg van het lekken van de informatie. In plaats daarvan beperkte hij zich ertoe te stellen dat Manning wist dat wat hij deed in strijd was met de wet en voordelig kon zijn voor de vijanden van Amerika. De verdediging voerde aan dat de schade voor de VS te verwaarlozen was.

McClatchy Newspapers, 22 december 2011