Rosenthal antwoordt ontwijkend op vragen over Manning

Het kamerlid Arjan El Fassed van GroenLinks heeft vragen gesteld over de situatie van Bradley Manning naar aanleiding van het recente rapport van de Speciale Rapporteur van de VN voor marteling, Juan E. Méndez. In zijn verslag van 29 februari konkludeerde Méndez onder meer dat de aanvankelijke langdurige eenzame opsluiting van Manning in Marine Corps Base Quantico een overtreding op kan leveren van artikelen in het internationale verdrag tegen martelen. In een interview typeerde Méndez de behandeling van Manning als “wreed, onmenselijk en vernederend”. Bovendien had Méndez gevraagd om toegang tot Manning om met hem te spreken over de precieze omstandigheden van zijn gevangenhouding. De regering van de Verenigde Staten stemde daar wel in toe, maar wilde het bezoek kontroleren en monitoren, hetgeen voor Mendez niet acceptabel is. De rapporteur stelde ten slotte vast dat “het opleggen van in ernstige mate bestraffende detentieomstandigheden aan iemand die niet schuldig is bevonden aan een misdrijf een schending is van het recht van de verdachte op fysieke en psychische integriteit en op de veronderstelling van zijn onschuld”. Hij handhaafde zijn verzoek om een ongekontroleerd gesprek met Manning.
De antwoorden van minister Rosenthal op de vragen van El Fassed zijn uitermate teleurstellend. In plaats van zich zorgen te maken over het feit dat het handelen van een belangrijke bondgenoot van de regering nu onderwerp van onderzoek is geworden van de VN-rapporteur die gaat over marteling, verliest de minister zich in ontwijkende antwoorden. In plaats van een eigen oordeel te geven stelt hij alleen vast dat Mendez de genoemde uitspraken gedaan heeft en trekt zich vervolgens terug op de wezelachtige stelling dat de eenzame opsluiting een schending van het folterverdrag kan opleveren, maar Mendez deze nog niet heeft vastgesteld. Terwijl Mendez duidelijk heeft gesteld dat hetgeen hij alleen al van buitenaf heeft kunnen konstateren “absoluut verboden is” (an absolute prohibition). Rosenthal ziet echter geen enkele aanleiding om een vinger uit te steken.