Vandaag werden enkele direkte superieuren van Bradley verhoord. Het bleek dat het inlichtingenpersoneel van Mannings onderdeel in de SCIF (de Sensitive Compartmented Information Facility) zonder enige beperking toegang had tot geheime databases, de informatie kon downloaden op CD's en muziek, films en games af kon spelen op hun beveiligde komputers. De rechter vroeg aan de getuige: "Als een inlichtingenanalist geen zin had om een film te kijken en geïnteresseerd was in politiek en wilde zoeken in SIPRNet, mocht dat dan?" Het was geen probleem.
Het draaide in deze zitting dus om de werkomgeving van Manning. Advokaat Coombs verkreeg antwoorden van de inlichtingenofficieren die duidelijk maakten, dat de veiligheidsnormen bij het onderdeel laks werden gehanteerd, hoewel ze in oorlogsgebied in de buurt van Bagdad zaten.
In kruisverhoor verklaarde de direkte chef van Manning dat analisten onbeperkt toegang hadden tot SIPRNet, het geheime militaire netwerk. Bradley had opdracht gekregen om een trendanalyse te maken van de incidentrapportages uit Irak (de zogenaamde Iraq war logs). Hij mocht de komplete database downloaden en organiseren als een spreadsheet. Op geen enkel moment had hij opdracht gekregen de database weer van zijn komputer te verwijderen. Dit is in strijd met de stelling van de aanklagers dat Bradley zich eigenmachtig (unauthorized) toegang had verschaft tot de gegevens.
Ook de geheimhoudingsverklaring die Bradley in 2008 had getekend ("Ik ben me ervan bewust dat openbaarmaking zonder toestemming schadelijk kan zijn voor de Verenigde Staten") werd voorgelezen.
Interessant is nog dat uit de getuigenverklaringen naar voren kwam dat Bradley toegang had tot een lijst van high value targets, een hitlist van vijanden van de VS, die moesten worden uitgeschakeld. Die lijst is niet doorgegeven aan WikiLeaks.
[Verslag op basis van Ed Pilkington in The Guardian en Kevin Gosztola bij Firedoglake]