De tweede week van het proces Manning - aandacht afgeleid

tekening: Clark Stoeckley


In de tweede week had het proces tegen Bradley Manning te lijden onder de media-explosie rond de onthullingen van een andere klokkenluider, Edward Snowden. Dit ging over de verzamelwoede van de National Security Agency voor telefoon- en internetgegevens. Kranten als de Guardian en de New York Times verlegden hun aandacht.
De rechter in het proces Manning bepaalde dat de vrijheid van meningsuiting in de VS inhoudt dat justitie een regeling moet treffen met de stenografen van de Freedom of the Press Foundation om verslag te doen van het proces. Er verschijnen nu van elke zitting woordelijke verslagen bij FPF.
Op maandag 10 juni werd onder meer CID Special Agent Mark Mander gehoord, een rechercheur van het Amerikaanse leger. Mander had de historische site Archive.org gebruikt om een lijst 'Most Wanted Links' van WikiLeaks (WL) uit 2009 terug te vinden en Google Cache geraadpleegd om tweets van WL uit dat jaar te lezen. Al dit materiaal zou in die tijd door Bradley zijn geraadpleegd. Het bleek echter in kruisverhoor dat de rechercheur geen eigen kennis had over hoe Archive.org en Google Cache werken en eventueel kunnen worden gemanipuleerd. De verdediging kwam met een eigen versie van het 'Most Wanted' document waar echter een inleiding bijzat, die stelde dat het ging om een lijst documenten die werden gezocht door journalisten, advocaten, de politie en onderzoekers van mensenrechtenorganisaties. De rechter besloot beide versies van het document toe te laten als bewijsmateriaal.
Een andere getuige was Sheila Glenn van de afdeling cyber contra-inlichtingen. Zij vertelde over haar rol in de productie van het rapport "Wikileaks.org - An online Reference to Foreign Inelligence Services, Insurgents, or Terrorist Groups?" (2008). Dit rapport was door Bradley onthuld aan WL. Het rapport stelt dat moet worden aangenomen dat buitenlandse tegenstanders van de VS de site van WL zullen bezoeken om kennis te verkrijgen over Amerikaanse militaire documenten. In kruisverhoor moest Glenn toegeven dat dit een aanname was en contra-inlichtingen geen bewijs had dat opstandelingen en andere vijanden de site bezochten. Wel las ze een verklaring voor, waarin stond dat het prijsgeven van dit rapport betekende dat "inzicht werd verkregen in een succesvolle asymmetrische oorlogstaktiek, -techniek en beschermende operatie tegen de strijdkrachten van de VS en de coalitie."

Een interessante getuige op dinsdag 11 juni was sergeant Matthew Hosburgh, een special intelligence system administrator van het korps mariniers. Hosburgh - op dat moment gestationeerd in Stuttgart - woonde in december 2009 de konferentie van de Chaos Computer Club in Berlijn bij en deed daarvan verslag. Hij vond dat het leger kon profiteren van kennis over de manier waarop hackers omgaan met operationele en informatieveiligheid. Hij ging naar een bijeenkomst waar Julius Assange sprak over WikiLeaks en iedereen opriep om geheime informatie te lekken. Terrorisme was daar geen thema, het ging om internetneutraliteit en het bevorderen van openbaarheid. Er waren geen aanwijzingen dat Bradley had kunnen weten dat hij via WL de vijand zou steunen. De verdediging zag af van een kruisverhoor.
Daarna ging het onder andere over de vraag of er een verbinding bestond tussen Bradley en Jakob Katz. Tegen Katz, een ambtenaar van het ministerie van energie,  loopt een apart onderzoek van de FBI. Op zijn computer is een video aangetroffen van een aanval in de Afghaanse provincie Farah op 4 mei 2009, waarbij een groot aantal burgerslachtoffers vielen. Een versie van deze video, niet identiek, is ook aangetroffen op de computer van Bradley. Katz is net zoals Bradley door de informant Adrian Lamo aan de FBI verraden. Hij was bezig met kryptografische software de video te ontsleutelen. Justitie probeert een kontakt tussen Bradley en Katz aannemelijk te maken, zodat de beschuldiging van samenzwering kan worden bewezen. Bovendien was Katz in november 2009 aan het werk met de video. Op dat moment was Bradley nog maar net in Irak en kontakt op dat moment zou dus een aanwijzing zijn dat hij direkt voor WL aan de slag was gegaan in plaats van pas later op grond van zijn ervaringen in Irak. Special agent David Shaver van de Computer Crimes Investigative Unit van de landmacht (CCIU) verklaarde echter dat hij geen enkele aanwijzing voor kontakt via e-mail of chat op de computers van beide heren heeft aangetroffen. Bovendien heeft Bradley de video pas veel later gedownload, in april 2010. Het lijkt erop dat beiden op verschillende momenten op hetzelfde materiaal zijn gestuit. Deze video is ook niet door WikiLeaks onthuld, de geheimhouding is alleen gekompromitteerd, zonder dat het materiaal in cirkulatie is gekomen.

Op de laatste zittingsdag van deze week kwam de Apachepiloot Jon LaRue aan het woord. Hij verklaarde dat de Collateral Murder video uit Irak op zich niet geheim was, maar wel tactische, technische en procedurele details bevatte die voor militaire tegenstanders nuttig zijn om te bestuderen. Het ging volgens hem om stukjes in een legpuzzle. Zo waren technische gegevens van het gebruik van de laser van de Apache voor bepaling van afstand, hoogte, snelheid en de hoek waaronder een aanval wordt ingezet zichtbaar. Ook over de sensor van de Apache verschenen details in beeld.
Een ander punt dat deze dag aan de orde kwam was de zogenaamde Acceptable Use Policy verklaring. Dat is een verklaring die de inlichtingenanalisten moeten ondertekenen en waarin staat dat ze op de hoogte zijn van het rechtmatig gebruik van de databanken waar ze toegang toe hebben. Het probleem is dat het leger niet in staat is om de verklaring die door Manning is ondertekend te produceren. Dat zou komen omdat bij het vertrek van zijn onderdeel uit uit Irak al deze dokumenten vernietigd zijn. Daardoor is onduidelijk waarvoor Bradley nu precies heeft getekend, van belang om te bepalen of hij al dan niet strafbaar is wegens het toevoegen van bepaalde software aan zijn computer of dat hij dit wellicht in het kader van zijn werk gewoon mocht doen.
Het proces verloopt sneller dan in elk geval door de militaire justitie verwacht. Een woordvoerster zei dat ze nu al twee weken voorlopen op het schema. Dat heeft vooral te maken met overeenstemming tussen advokaten en aanklagers over het toevoegen van sommige schriftelijke verklaringen aan het bewijs zonder verhoor. Dat betekent overigens niet dat alles koek en ei is. Zo stonden de juristen rond de Acceptable Use Policy als kemphanen tegenover elkaar. De aanklagers wilden volstaan met een modelformulier als bewijs, maar na heftig protest van de verdediging dwong de rechter de getuige om in kruisverhoor paragraaf na paragraaf te behandelen, waar deze getuige niet helemaal goed uitkwam. De rechter had de neiging om het formulier alleen te accepteren als 'illustratief".

Verslag op basis van Kevin Gosztola bij Firedoglake, Nathan Fuller bij Bradleymanning.org en Christine Becker bij Freebradleymanning.net (Duits)