Hoe er zal worden besloten over het lot van Bradley Manning

Er is nu een volgende verwijzingsofficier die het advies heeft uitgebracht, dat Bradley Manning voor de krijgsraad moet verschijnen wegens 22 aanklachten, waaronder hulp aan de vijand. De aanbeveling is terecht gekomen bij generaal-majoor Michael Linnington, de kommandant van het militaire distrikt Washington. Hij is degene die een krijgsraad bijeen kan roepen.
Bij Salon.com wordt in een interview met Eugene R. Fidell, docent militair recht aan Yale Law School, uit de doeken gedaan volgens welke procedures de zaak zal verlopen.
De krijgsraad wordt voorgezeten door een jurist in militair uniform. Er zal een militaire jury zijn van tenminste vijf leden, tenzij Manning afziet van zijn recht op een jury. Omdat Manning een militair met een lage rang is, moet minstens een derde van de jury bestaan uit zijn gelijken. Beide partijen in het proces hebben vooraf de mogelijkheid om juryleden te ondervragen en af te wijzen.
Als de doodstraf – zoals aangekondigd – niet in het geding is, is er een meerderheid van tweederde van de juryleden nodig om een vonnis te wijzen, anders is unanimiteit vereist.
Een groot verschil met de civiele rechtspraak is dat de militaire rechters maar voor drie jaar worden benoemd, hetgeen vragen oproept over hun onafhankelijkheid. Ze zijn voor hun verdere carrière immers afhankelijk van het leger.
Als er een jury is spreekt die het schuldig of onschuldig uit en bepaalt ook de straf. In het andere geval doet de rechter dat. In geval van een jury is een meerderheid van driekwart nodig om een gevangenisstraf uit te spreken die langer is dan tien jaar.
Hoger beroep is – overigens weer na een advies van een speciale commissie van beroep met pleidooien van beide kanten – mogelijk bij het hof van beroep voor de strijdkrachten. Dat is een civiele rechtbank met vijf rechters in Washington. Als die een beslissing heeft genomen heeft Manning in elk geval nog het recht om zijn zaak voor te leggen aan het Hooggerechtshof voor herziening.

Salon.com, 21 januari 2012